Omgaan met (socio)stress

Wat doen we met de soci-stress?

De laatste tijd kun je regelmatig iets lezen over een `gat in de kerk’. Daarmee bedoelt men, dat in haast elke gemeente zondags erg weinig mensen nog meedoen tussen 20 en 40. Op een of andere reden lukt het die niet met een zekere trouw aan kerkdiensten deel te nemen. Wat dat betreft vormt onze gemeente een uitzondering, zou je kunnen zeggen. Intussen gaat deze trend ons niet voorbij. Ik merk dat vooral aan de middagdienst. Daarmee gaat het niet goed. Soms sta ik te preken voor 80 mensen waarvan er wel 50 te gast zijn. Waar zijn mijn eigen schapen gebleven?
Ik bedoel dit niet als een simpele oproep eens wat scherper jezelf en je zondag te profileren. Want naar mijn idee heeft het alles te maken met de verandering van leefstijl. De meesten van onze jonge mensen moeten alle dagen keihard werken. Zeker als je met z’n tweeën bent, allebei moet werken, nog wat kinderen wegbrengen en ophalen, kom je heel de week tijd tekort. Dat heeft de laatste jaren een patroon opgeleverd, waarin zo ongeveer heel het sociale leven naar het weekend verlegd is. Van maandag tot en met donderdag zijn er tegenwoordig nergens meer mensen jarig, er zijn ook geen jubilea, en ook geen personeelsavondjes. Alle verjaardagsfeestjes zijn naar de vrijdag en de zaterdag verlegd, zo ook alle andere bijzondere gelegenheden. Dat geeft op het moment aan het weekend een soort soci-stress.

Dat gaat ongeveer zo. Eindelijk is het vrijdag, je komt thuis en dan hoor je, terwijl je een biertje voor jezelf inschenkt: `Vanavond moeten we naar Kees, die houdt vanavond zijn verjaardag!’ Hoewel je er helemaal geen zin in hebt – Kees is een collega van je vrouw of de man van je zus of zo iets – je gaat er toch heen. Je houdt je eerst een tijd moe, ben je ook, maar om 23.00 uur begin je toch een gesprek. Laat kom je thuis. Zaterdags – eerst tijd aan elkaar besteden want daar had je ook heel de week nog geen tijd voor – naar Bas van der Heide, misschien even naar de stad voor een nieuwe broek, mogelijk ook nog een kinderfeestje. Anderen doen de kinderverjaardagen al op zondagmorgen of middag. `s Avonds is er afgesproken met een van je vrienden. Of er is weer een verjaardag, want velen kunnen pas op zaterdag inkopen doen. Dus zaterdag is hun feestjesdag. Ook nu loop je niet over van zin, maar je kunt niet afbellen. Het wordt weer laat. Je hoeft niet veel familieleden, schoonouders enz te hebben ( sommige hebben van alles al diverse) wordt om snel aan ca 30 vrijdag /zaterdagavonden bij voorbaat vast te zitten. Met moeite kom je zondags uit bed, je zet alles in en zo kom je net op tijd – of net niet op tijd, kijk daar iemand verstoord in je richting? Laat die daar snel mee ophouden! – bij de Oude Kerk aan. Zelf voel je je heel voldaan dat het je weer gelukt is. Na de koffie in de kerk gauw naar huis, gauw wat eten want je moet naar je ouders toe. Of zij hebben zich zelf al aangekondigd. Of het is jouw beurt bij oma langs te gaan in het verpleeghuis? Anderen, buren en generatiegenoten die geen kerkgangers zijn, hebben het nog zwaarder: die zijn `vrij van de wet’ , ze gaan niet naar een kerk en dus zijn die de hele zondagmorgen bezig om de keuken op te ruimen. Rond 12 uur zie je overal mensen lopen met tassen lege flessen en vuilniszakken richting de container. Zondag zak-dag! Zover zijn wij nog niet gezakt. Maar toch.

`s Avonds nog een bezoek of je bent al weer bezig je voor te bereiden voor maandag. Zo ongeveer gaat op het moment bij veel jonge mensen heel het weekend uit pure sociale uitputting `over the top’. Daarbij is een middagdienst natuurlijk kansloos, evenals tijd voor een strandwandeling of het stil lezen van een behoorlijk boek. Naar mijn idee zijn we zo iets heel wezenlijks aan het verliezen, niet alleen in die kerkdienst van een uur maar door heel deze soci-stress. Zolang we niet in staat zijn hierin iets in te veranderen, kan een dominee het gerust laten uit te nodigen voor een tweede kerkdienst.
Ik doe toch een poging. We spreken af:
a. we houden heel de zaterdag vrij voor ons zelf. We maken pas zaterdagmorgen een agenda voor de zaterdag, niet eerder. En we lopen niet met zakken.
b. we houden heel de zondag vrij voor God ( en ons zelf).
c. we houden op zaterdag geen soci-feestjes en gaan er ook niet meer heen. Argument: `Zaterdag is mijn vrije dag en zondag is de dag van God!’ Verder `no comment’. Over en sluiten maar!
d. Als we zelf moeten uitnodigen: we gaan niet verder dan vrijdagavond. Eventueel neem je een middag vrij om de extra boodschappen te halen. Kinderfeestjes op woensdag of vrijdagmiddag, ook middag vrij nemen dus.
e. Zondagmorgen staat vast. Als je na de koffie in de kerk naar huis gaat, laat je het gewoon vrij komen. Naar de kerk gaan tegen 5 uur is een heel zinvolle en zegenvolle optie, een aanrader. Daarnaast is ook nog heel veel verder mogelijk, mocht je daartoe spontaan aandrift voelen.

Zou het zo beter lukken? Soms ben ik bang, dat pas een volgende generatie geleerd zal hebben hoe ze met de verhouding week/weekend om moet gaan. En middagdiensten weer meer een kans geven. Maar hopelijk onderschat ik de jonge mensen in onze gemeente die immers tegen alle geschrijf in over ‘een gat in de kerk’ er `s morgens meestal ‘gewoon’ zijn, misschien wel eens wat laat. Maar er toch zijn. Ik kijk ook `s middags naar jullie uit.

Nog een keer de soci-stress
Mijn vorige impressie over de soci-stress heeft veel los gemaakt. Veel reacties en allemaal herkenning. Wat ik snel even opschreef, had kennelijk iedereen zelf al gezien, maar zoals dat altijd gaat met diep je meetrekkende trends: je kun je er op je eentje bijna niet tegen verweren. Zelfs doorgewinterde refo-familieleden melden mij al dat ze hun verjaardag op vrijdag houden, of ook zaterdag. De meesten van hen hebben nog genoeg ‘traditie-energie’ in hun genen en benen om zondags geen kerkdienst over te slaan. Maar hoe lang nog? En hun kinderen?
Sommige van jullie zeiden heel direct en open tegen mij: ‘Wij worden meer moe van het weekend dan van werken!’ Oftewel: ik ben blij als het weekend weer voorbij is en ik weer gewoon mezelf kan zijn. Werken, hard werken, geen probleem. Van hard werken word je lang niet zo moe als van die hele opeenstapeling van soci’s. Voor het werk heb je in de meeste gevallen nl zelf gekozen, je hebt je best gedaan die of die baan te krijgen en terecht probeer je je te bewijzen. Dat kost veel energie. In de eerste 10 jaar na de opleiding wisselen velen nog ca drie keer. Dat kost extra energie, vaak ook omdat er nog weer gestudeerd moet worden. Bij zoveel werkdruk moet je natuurlijk ook minstens een avond sporten. Ben je met z’n tweeën keer twee dus. En zo gaat het verder.

In een aandrift van ijver liet ik in mijn vorig stukje een paar gedachten los die u, jou, jullie mogelijk helpen zelf een stukje heilzame orde aan te brengen. Dr. Phil – van Ophra Winfrey – zegt altijd kort en amerikaans simpel: het probleem bent u zelf, in elk geval kunt alleen u iets aan uw leven veranderen. Ik denk dat het veel zou schelen, als het je lukt wat soci-plichten weer terug te leggen ergens tussen maandag en vrijdag. Daar moet je dan wel – alleen of samen – ruimte voor maken. Want `boosdoener’ of `zegen’ is dat de meesten van ons veel werkuren maken. Kan het ook minder zodat je meer tijd hebt voor huis, gezin enz.? ’s Avonds vroeger kunt eten en je avond niet pas rond 21.00 u begint? Is het mogelijk de werk-balans gunstiger te maken? Daarbij dringt al snel de ambitie-balans: je wilt allebei een zeker loopbaanperspectief houden. Moet je allebei tegelijk vol inzetten? Uiteraard speelt steeds mee de inkomens-balans: Kun je met minder toch je kosten aan? De tijd- en ruimte-winst die je zo soms kunt boeken, is groter dan je denkt.

Van een weekend moet je opknappen, uitrusten. Binnen dat programma heeft de Schepper daarom ook vanaf het begin de rustdag gepositioneerd. Als doel van het gewone leven. Om op adem te komen! Zo blijf je dicht bij God en dicht bij jezelf en de ander. Een bekende uitspraak luidt: `Niet Israël heeft de sabbath bewaard, maar de sabbath heeft Israël bij God bewaard!’ Onze samenleving, zeker in de stad, zit zo in elkaar, dat er op dit punt geen bewarende stroom meer is waarbij je je makkelijk kunt aansluiten. De grote stroom trekt van weekend naar weekend, van festival naar festival, van koopgoot naar kuip, van bos naar strand. En terug. Er is geen rustpunt meer. Kortom: je moet in een samenleving als die van onze stad zelf je leven invullen en structuur geven. De Joodse gemeenschap doet dit overigens al eeuwen. Dan moeten wij dat toch ook kunnen?

Tenslotte: wie kent literatuur over dit onderwerp? Op de leeskring gaan we aan de gang met Anselm Grün. Ik ken hem nog niet echt, op de Kirchentag in Keulen heb ik wel even naar hem staan luisteren en maakte hij op mijn vrouw en mij indruk. Hij is in elk geval iemand die heel fijnzinnig spiritualiteit en werk weet te verbinden, de zondag en de maandag.

Plaats een reactie